19 FEBRUARI 1979 209 over die nu worden verricht door de stads- en streekgewestenzodat zware gemeenschappelijke re gelingen als het huidige stadsgewest Breda kunnen worden opgeheven. In de tweede plaats beoogt de regering de vorming van een provincie West-Brabant, zodat een bestuurlijke eenheid op Westbrabantse schaal tot stand komt, een eenheid die naar de op vatting van het stadsgewest Breda en van alle daaraan deelnemende gemeenten noodzakelijk is om de problemen van dit gebied op een adequate wijze te kunnen behartigen. Deze eenheid kan door de af wijzende houding van het streekgewest westelijke Noord-Brabant niet op een andere wijze worden ge realiseerd Als de reorganisatieplannen onverhoopt schip breuk mochten lijden, betekent dat niet alleen dat er geen provincie West-Brabant tot stand komt, maar ook dat de bestuurlijke eenheid West-Brabant als zodanig een onbereikbaar ideaal blijft. Bij het niet doorgaan van de reorganisatie zullen de hui dige stads- en streekgewesten verder moeten worden uitgebouwd en daarmee wordt een aanpassing van de bestuursstructuur van deze intergemeentelijke sa menwerkingsverbanden onvermijdelijk, met als ge volg de uitgroei van het regionale samenwerkings- niveau tot een min of meer zelfstandige vierde bestuurslaag Dit alles in aanmerking genomen, kunnen wij zonder meer instemmen met de positieve reactie die het college als voorlopig Bredaas standpunt door middel van deze nota ter kennis van het dagelijks bestuur van het stadsgewest heeft gebracht. De conclusie van de nota, namelijk dat een voorkeur wordt uitgesproken voor een provincie-nieuwe-stij1 West-Brabant onder het voorbehoud van de verdeling van de overheidstaken over de bestuurslagen, is volledig in overeenstemming met onze visie en vormt ook een consequente doortrekking van het standpunt dat de raad in de eerdergenoemde verga dering van 13 november 197 5 heeft ingenomen. Om deze reden heeft de V.V.D.-fractie het niet als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 209