19 FEBRUARI 1979
211
dat ik als opschrift "onduidelijkheid" heb meege
geven
Uit alle concepten, reacties en verslagen is
onmiskenbaar gebleken dat er tot op heden nog een
grote onduidelijkheid bestaat over de taken die
de provincie-nieuwe-stijl en de gemeenten toebe-
deeld zullen krijgen. Als gevolg van deze onduide
lijkheid is het voor bestuurlijke organen zeer
moeilijk nu een duidelijk omlijnde mening te ge
ven. Alle reacties geven dit te zien; ook de reac
tie van het college op de nota van het stadsgewest
geeft in zeer voorzichtig gestelde bewoordingen
een mening weer, met de nodige "mits"-en, waarbij
een duidelijke stellingname ontbreekt. In feite
komt het erop neer dat zonder een voldoende in
zicht in taken en bevoegdheden slechts een voorlo
pig oordeel en dan nog onder voorbehoud -mo
gelijk is. Terecht schrijft het college dan ook
in zijn reactie dat bij de discussies over de
voorgestelde reorganisatie van het binnenlands be
stuur de noodzaak en de wenselijkheid van de re
organisatie zelf te veel als een vanzelfsprekend
heid worden aanvaard. Wij vragen ons daarbij af
of bij de reorganisatie zekerheid aanwezig is dat
het gestelde doel wordt bereikt en of het zo kan
zijn dat er in feite niet meer gebeurt dan het
creëren van een zelfde organisatie, rijk, pro
vincie en gemeente op kleinere schaal, waarbij
de afstand van de burger tot het bestuur in feite
dezelfde blijft. Als dat zo is, schiet men het
doel voorbij en ware het beter te onderzoeken
waar het falen bij de huidige bestuursvorm ligt,
te streven naar een verbetering van structuren en
bestaande regelingen, deze duidelijk omschreven
bevoegdheden te geven en de betrokken organen dan
op een democratische wijze te doen samenstellen.
Een andere kwestie die ons zwaar op de maag
ligt, is de financiële haalbaarheid van de gehele
operatie. In een tijd waarin wij aan de hand van
Bestek '81 moeten komen tot een groot aantal be
zuinigingen op een breed terrein, doet het wat