11 JANUARI 1979 21 gehoord: de V.V.D. heeft zich "algemeen instem mend" getoond, het C.D.A. en de P.v.d.A. kunnen met het voorstel akkoord gaan en de andere frac ties hebben, voor zover wij hun stem in de commis sie hebben gehoord, eveneens positief op het voor stel gereageerd. Daarnaast zijn enkele kantteke ningen gemaakt. De heer Brooimans heeft er terecht op gewezen dat de regeling een voorlopig karakter draagt. Aangekondigd is dat we de regeling zullen opnemen in de algehele subsidieregeling die in de maak is. Op basis van de dan opgedane ervaringen zullen we te zijner tijd dit onderdeel in die algehele sub sidieregeling opnemen. In dat stadium kunnen we ook nagaan of meer onderdelen van een accommodatie dan alleen het sportclubhuis voor subsidiëring in aanmerking komen. Afgezien van sportclubhuizen zijn er allerlei andere voorzieningen die een sportvereniging graag treft; ik denk bijvoorbeeld aan lichtinstallaties. Een en ander leent zich voor uitbreiding, met zelfwerkzaamheid en met voordelen voor de clubs. Wij zullen aan de regeling een ruime bekend heid geven, omdat het inderdaad zo moet zijn dat de aanvragen die de gemeente bereiken, niet op grond van een toevallige bekendheid met de rege ling naar voren komen, maar op grond van de behoef ten die de verschillende verenigingen hebben. Om die reden zullen we de tot nu toe binnengekomen aanvragen pas binnenkort gaan beoordelen. We zijn niet uitgegaan van het principe "wie het eerst komt, het eerst maalt"; wanneer bekend is geworden dat deze regeling er is, zullen de binnengekomen aanvragen op basis van de vastgestelde criteria met elkaar in competitie worden gebracht. Over het amendement wordt dat bleek reeds tijdens de commissievergadering -- nogal verschil lend gedacht. Ik moet met die constatering vol staan. De V.V.D. heeft aan het amendement geen behoefte, de P.v.d.A. wèl en het C.D.A. is van me ning dat er op basis van de gemaakte afspraken en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 21