247 15 MAART 1979 Garritsen erg ver gaat als hij zegt dat er in de commissie ruimtelijke ordening te weinig aandacht aan zou zijn besteed. Wij besteden altijd veel aan dacht aan de onderwerpen die aan de orde zijn en hoe de heer Garritsen dat doet, moet hij zelf we ten. Wij kunnen het niet eens zijn met het voorstel van de heer Martens. De heer GARRITSEN: Het gaat er niet om of er weinig of veel aandacht aan is besteed. Ik heb be toogd dat er te weinig stukken beschikbaar waren om tot een goede beoordeling te komen. Wethouder DE RAAFF: Ik onderschrijf het standpunt van de heren Eissens en Van Asseldonk. Inderdaad heeft mij uit de commissie openbare wer ken het verzoek bereikt de materie ook in de com missie bedrijven aan de orde te stellen. Ik heb toen gezegd dat een grondverkoop mijns inziens in de commissie openbare werken en niet in de commis sie bedrijven moet worden behandeld, waarop men reageerde met de opmerking dat er milieu-aspecten in het geding zijn. Ik herinner mij de tijd dat men alle aangelegenheden waaraan sociale aspecten verbonden waren, in de toenmalige commissie socia le zaken en volksgezondheid wilde laten behandelen. Als alle aangelegenheden waaraan milieu-aspecten verbonden zijn en dat zijn er zeer vele be halve in de functionele commissie ook nog in de commissie bedrijven aan de moeten komen, zal er naar mijn mening een verwarring van zaken ontstaan. Er is gezegd dat het voorstel onder nr. 3 niet volledig zou zijn behandeld. Ik wijs er ech ter op dat aan de grondverkoop de bijzondere voor waarde wordt verbonden dat de koper dient te vol doen aan de huidige en eventueel nog nader vast te stellen milieu-eisen. Wat wil men nu uit een oogpunt van het milieu nog méér dan dat bij voor baat de eis op tafel wordt gelegd dat aan alle huidige en toekomstige eisen wordt voldaan? Ik vind dat aangelegenheden in verband met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 247