253 15 MAART 1979
geval wordt gevolgd, waarderen wij positief.
Met de opmerkingen van de heer Garritsen over
onderhandse aanbesteding kunnen wij het eens zijn.
Wij zijn nog niet tot een eindconclusie gekomen
ten aanzien van de vraag of de onderhandse aanbe
stedingen die geregeld plaatsvinden wel in overeen
stemming met de Gemeentewet en wel geoorloofd zijn.
Daarop zijn we nog aan het studeren. In de commis
sie wordt nogal eens het argument aangevoerd dat
bij openbaar aanbesteden een slechtere kwaliteit
werk te verwachten zou zijn. De raadsleden worden
echter ook bij renovatie- en groot-onderhoudspro-
jecten die onderhands zijn aanbesteed, herhaalde
lijk geconfronteerd met klachten van bewoners over
werk dat slecht is uitgevoerd. Bij de behandeling
van de onderhoudsnota zijn wij op de mogelijke oor
zaken daarvan ingegaan. We kunnen ons voorstellen
dat er wellicht onvoldoende toezicht is of dat er
misschien materiaal wordt aangekocht dat niet hele
maal deugt. Ook hier zijn we nog niet helemaal uit.
In ieder geval zijn we bij elk nieuw project dat
wordt aangesneden, bang dat we weer op pad moeten
om woningen te bekijken waaraan na de onderhouds
beurt nog van alles mankeert. We zouden de wethou
der willen vragen of hij over deze problematiek
een keer fundamenteel met ons in de commissie open
bare werken van gedachten wil wisselen.
Wethouder VAN DUN: Ik zou vrij kort willen
antwoordenomdat enkele punten die ten principale
in het geding zijn gebracht, al vele malen aan de
orde zijn geweest en ook in de toekomst nog veel
vuldig aan de orde zullen komen.
I De heer Van Asseldonk is begonnen met aandacht
I te vragen voor de kwestie van de beerputten en de
elektrische installaties. Ik geloof dat hij de in
dertijd gehouden discussie goed heeft geïnterpre
teerd en geciteerd: van geval tot geval zullen wij
bekijken of wij de raad kunnen voorstellen verwij
dering van beerputten en verbetering van elektri
sche installaties zonder huurverhoging te doen