15 MAART 1979
260
bijna afvragen waarom we eigenlijk niet in het
openbaar hebben vergaderd!
Bij de totstandkoming van het programakkoord
is de methodiek van het uitgeven van gronden aan
de orde geweest. In het programakkoord is vastge
legd dat we tot nader order te werk zullen gaan
volgens de methodiek die in de gemeenteraad van
Breda al jarenlang leeft: vooralsnog wordt grond
derhalve verkocht en in uitzonderingsgevallen in
erfpacht uitgegeven. In de tweede plaats is afge
sproken dat de kwestie aan de orde zal komen in de
langzamerhand beruchte nota volkshuisvesting en
dat wij, vooruitlopend daarop, waarschijnlijk aan
de raad en zeker aan de commissie een studie over
de voor- en nadelen van erfpacht zullen voorleggen.
Daarbij is de extra toezegging gedaan dat wij de
discussie zullen larderen met twee rekenmodellen,
betreffende de financiële consequenties van uitgif
te in erfpacht dan wel verkoop van enerzijds een
industrieterrein en anderzijds een woongebied. Mij
staat niets anders voor de geest dan dat daarbij
als voorbeeld van een industrieterrein Moleneind-
Oost en als voorbeeld van een woongebied Princen-
hage-West II zijn genoemd. Moleneind-Oost is dus
mijns inziens slechts als voorbeeld gebruikt.
Wij zullen onze toezegging nakomen: men krijgt
een aparte discussienota over erfpacht, vooruitlo
pend op de nota volkshuisvesting en gelardeerd met
twee rekenmodellen. Ik ga echter vanavond niet toe
zeggen dat het rekenmodel voor een industrieter
rein juist nu toevallig het gebied Moleneind-Oost
zal betreffen. De reden daarvan is we beslissen
vanavond overigens niet over de uitgiftemethodiek,
maar alleen over een krediet voor het bouwrijpma-
ken dat ik op dit ogenblik niet kan overzien of
het opstellen van een rekenmodel voor Moleneind-
Oost vertragend zou werken op de totstandkoming
en uitgifte van werkterreinen in Breda. Een derge
lijke vertraging, waarover ik met mijn collega
Sandberg overleg heb gepleegd, zou onaanvaardbaar
zi jn