261
15 MAART 1979
Samenvattend: het is niet uitgesloten dat het
rekenmodel voor een industrieterrein betrekking
zal hebben op Moleneind-Oost, maar ik ga het niet
toezeggen. Hiermee meen ik duidelijk genoeg te
zijn geweest.
De heer CRUL: Tot mijn spijt moet ik na het
antwoord van de wethouder om een korte schorsing
vragen. Wilt u ons zo'n schorsing toestaan?
De VOORZITTER: Natuurlijk, natuurlijk. Ik
schors de vergadering.
SCHORSING.
De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering.
De heer CRUL: Er schijnt zelfs in eigen
kring enig misverstand te bestaan over de vraag
wat er nu precies wordt bedoeld. Dat is ook wel
begrijpelijk, want de materie is nogal technisch.
Het is ons bekend dat tijdens de onderhandelingen
over het programakkoord alleen over een vergelij
kend onderzoek met berekeningen is gesproken. Daar
bij is Moleneind-Oost genoemd als een voorbeeld,
maar toch ook uitdrukkelijk als een mogelijkheid,
gezien de ligging en de omvang van dit bedrijfsge-
bied. Het is geenszins de bedoeling ook maar enige
vertraging bij de inrichting van het gebied te
doen optreden; ik heb dan ook in eerste termijn ge
zegd dat wij het met het voorstel eens zijn, daar
bij het college alle sterkte toewensend. Ons gaat
het erom dat wij met het oog op de nota volkshuis
vesting en de keuze tussen verkoop en erfpacht uit
de berekeningen ten aanzien van dit gebied lering
kunnen trekken. Daar hebben wij uitdrukkelijk om
gevraagd en ik meen dat het in de lijn van de
besprekingen ligt het gebied Moleneind-Oost als
zodanig te zien. Wij beogen geen vertraging in de
inrichting, want deze zien we met het oog op de
bestaande behoefte liever vandaag dan morgen tot