263 15 MAART 1979 ogenblik zicht op de stand van zaken ten aanzien van de nota over één- en tweepersoonshuishoudens en de nota over de invoering van de Woonruimtewet maar wanneer de nota erfpacht zal worden gepresen teerd, weet ik nog niet precies. Ik heb zojuist één van de ambtenaren geraadpleegd en ik ben tot de conclusie gekomen dat het best eens tegen het eind van het jaar zou kunnen worden. Waar gaat het mij nu om? Mijn beweegreden is niet botte onwil ik ben bereid eventueel het ge bied Moleneind-Oost voor een rekenmodel te gebrui ken, maar de heer Crul deed het in eerste instan tie voorkomen alsof er, enigszins overdreven ge formuleerd, geen beslissing zou mogen worden geno men over de wijze waarop in Moleneind-Oost grond zal worden uitgegeven, voordat de discussie over erfpacht/verkoop is gevoerd. Ik vind dat een te harde uitspraak. Ik leg hier geen onwil met betrek king tot het hanteren van Moleneind-Oost als reken model op tafel, maar ik vind het vrij hachelijk daarover vanavond een expliciete uitspraak te doen omdat ik niet weet op welk tijdstip de nota erf pacht zal worden gepresenteerd en op welk tijdstip wijmede in verband met besprekingen die in de sector economische zaken worden gevoerd, zekerheid moeten hebben over de hoogte van de grondprijzen. Zo zijn mijn opmerkingen in eerste instantie bedoeld. Misschien zou ik een "omgekeerde" toezeg ging in het vat kunnen gieten door te zeggen dat wij de suggestie van de heer Crul best willen over nemen, als dit niet leidt tot vertraging in de door mij genoemde activiteiten. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over eenko'mstig het voorstel van burgemeester en wet houders besloten. 12. Bijlage nr. 73: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT ONBEWOONBAARVERKLARING VAN DE WONINGEN VAN COOTHPLEIN 52, 52A, 54 EN 54A. (D)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 263