15 MAART 1979 264 De heer OOMEN: Wij zijn het met dit voorstel eens, maar ik wil om enige toelichting vragen. Op blz. 1 wordt in verband met de latere bestemming van de panden en de grond medegedeeld dat een werk groepje uit het Chassécomité en vertegenwoordigers van de gemeente en de Algemene Woningbouwvereni ging zich bezighoudt met het opstellen van een plan, waarvan eerdergenoemde panden deel uitmaken. Vervolgens lees ik in het voorstel: "Daarnaast is ook PanEurohome bezig met de ontwikkeling van een bouwplan. Nu heb ik uit mededelingen van fractiegenoten, deel uitmakend van de betrokken commissies, begre pen dat dit niet precies in overeenstemming met de afspraak is. Ik meen dat volgens de afspraak het Chassé-comité en vertegenwoordigers van de gemeen te, de Algemene Woningbouwvereniging ên PanEurohome bij elkaar zouden gaan zitten om te proberen tot een gezamenlijk plan te komen. Als men niet tot zo'n gezamenlijk plan dat uiteraard vrij gemak kelijk uit te voeren zou zijn zou kunnen komen, zou de materie opnieuw met de commissie en de raad worden besproken. Ik zou hierover graag duidelijk heid willen hebben, want wij vinden het erg belang rijk dat de vier betrokken groepen tot een gezamen lijk plan komen. De wethouder zou mijns inziens duidelijk moeten maken of mijn visie op de gemaak te afspraak juist is. Misschien betreft het hier een ontwikkeling die na de opstelling van het voor stel heeft plaatsgevonden. Wethouder VAN DUNOok met deze opmerking het lijkt wel of dat vanavond voor elke opmerking van de kant van de P.v.d.A. geldtI ben ik blij, want ik kan er nu op wijzen dat de heer Oomen deze materie in deze openbare vergadering niet juist tracteert, hetgeen tot misverstanden aanleiding zou kunnen geven Kort samengevat is de situatie als volgt. Er is een plan van PanEurohome en er is een plan van het Chassécomité; dat zijn twee afzonderlijke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 264