265
15 MAART 1979
plannen, waarin echter naar mijn mening het ter
tafel liggende voorstel geen rol speelt. In beide
plannen krijgen namelijk de onderhavige panden een
andere invulling. Dit helpt mij even over de drem
pel van het voorstel heen.
Het plan-Chassécomité is verfijnd tot het
niveau van het plan-PanEurohome door een werkgroep,
bestaande uit een vertegenwoordiger van de woning
bouwverenigingen, het Chassécomité en een aantal
vertegenwoordigers van de gemeente. De werkgroep,
genaamd werkgroep-Van Coothpleinheeft enkele maan
den geleden een plan ingeleverd dat de raad bekend
is en dat vergelijkbaar zou kunnen zijn met het
plan-PanEurohomeIk heb toen geprobeerd beide
partijen om de tafel te krijgen, hetgeen wat moei
zaam is verlopen. Ik heb er geen behoefte aan te
dien aanzien in detail te treden, maar in ieder
geval is door PanEurohome de bereidheid uitgespro
ken om hetgeen in het plan van de werkgroep-Van
Coothplein wordt beoogd, te realiseren. Ik zou
zeggen dat daarmee de kous af is. Andersom gerede
neerd is het zo dat niet de werkgroep als geheel
maar de vertegenwoordiger van de woningbouwvereni
gingen heeft gezegd dat deze samen met PanEurohome
in zee willen gaan als dat geschiedt op basis van
dezelfde doelstellingen als ten grondslag liggen
aan het plan van de werkgroep.
Dit is de status quo. Onduidelijkheid is ver
volgens gerezen over wat men de randvoorwaarden
noemt. Daarmee komen we in een stukje casuïstiek
waarbij vragen aan de orde komen als "moet de mo
lenromp blijven bestaan?" en "bestaat er verband
met verkeersbelemmerende elementen bij de hoek
van het Van Coothplein?" Wij hebben toen besloten
verstandig te zijn, enkele maanden op de plaats
rust te houden en inmiddels door de dienst van
openbare werken randvoorwaarden te laten opstellen.
Tot mijn genoegen kan ik mededelen dat ik die rand
voorwaarden twee dagen geleden in concept op mijn
bureau heb gehad. Ik heb daarover nog niet in het
college mogen spreken, maar ik kan op voorhand