269 15 MAART 1979 plan zal zoals al min of meer bekend was de firma Mermans zich op het terrein vestigen. Mede in verband met de nabijheid van woonbebouwing in de zeer naaste omgeving vraag ik mij af of we nu al dingen gaan aanleggen zonder dat we hebben be keken hoe een en ander qua procedure kan worden verwezenlijkt. Straks komen er heel dicht bij de vestigingsplaats van Mermans woningen te staan en ik neem aan dat er onder meer in het kader van de Hinderwet met allerlei instanties overleg dient te worden gepleegd. Het lijkt mij ongewenst nu al rio lering aan te leggen en straks voor voldongen fei ten te staan. Wethouder VAN DUN: Het voorstel heeft betrek king op een krediet voor bouwrijpmaken en daartoe zou ik mij willen beperken. Op zichzelf is het voorstel zakelijk duidelijk genoeg, zodat het geen nadere toelichting behoeft. Het gaat hier inder daad om een terrein waarop wij de problematiek van Mermans hopen op te lossen. Een en ander is niet alleen bekeken door de dienst van openbare werken in het kader van grondverkopen maar er is ook een beoordeling gegeven in het kader van het bouw- en woningtoezicht en in verband met mi lieu-eisen. Naar mijn mening zitten we precies in het straatje van de heer Garritsen, die een- en andermaal vragen heeft gesteld over de hinderlijk heid van Mermans in de huidige woonbebouwing. Wij hebben gekozen voor de volgorde die nu wordt ge hanteerd, omdat wij de uiterste spoed willen be trachten teneinde de verplichtingen die we jegens Mermans zijn aangegaan of aangaan, te kunnen nako men. Het doel is verplaatsing van Mermans, want de huidige vestigingssituatie is volstrekt onbevredi gend. Om die reden hebben wij dit voorstel gedaan. De heer GARRITSEN: Ik handhaaf mijn bezwaren tegen het ontbreken van inspraak; ook is bij mijn weten overleg met allerlei instanties achterwege gebleven. Er wordt nu gezegd dat Mermans zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 269