15 MAART 1979 274 dat we gelukkig hebben, en mogelijke studies ten aanzien van bijvoorbeeld het toepassen van "een" Woonruimtewet voor de binnenstad. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Op het punt van de preventieve werking ben ik niet geheel te vreden met het antwoord van de wethouder, die de opmerking van de heer Van Asseldonk daarover graag overnam. In onze fractie is uitvoerig aandacht aan die preventieve werking geschonken. Het is mogelijk dat er aanvragen van potentiële gegadigden achter wege zijn gebleven; wij hadden inderdaad verwacht dat het aantal aanvragen hoger zou zijn. Als er werkelijk een preventieve werking van de toepas sing van artikel 56 uitgaat, is dat meegenomen. Wij constateren echter dat er door de indeling in drie zones met verschillende afwegingen een situa tie is ontstaan waarin er in de gele zone in zes gevallen toestemming is verleend. Naar onze mening zou de rode zonewaarin onttrekking in principe niet is toegestaan, moeten worden uitgebreid en zou de gele zone eigenlijk niet moeten bestaan. In de fractie zijn we over de problematiek rond artikel 56 nog niet uitgepraat en we overwegen nog te zijner tijd met enige initiatieven te komen, in de vorm van een advies aan het college. De VOORZITTER: Wethouder Van Dun heeft er geen behoefte aan te reageren. Wanneer de P.v.d.A.- fractie bepaalde stappen wil ondernemen, zien we dat te zijner tijd wel. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna de notitie, conform het voorstel van burgemeester en wethouders, voor kennisgeving aangenomen. 17. Bijlage nr. 78: VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OM AKKOORD TE GAAN MET DE ONTWERP-BEGROTING 1979 VAN HET REKREATIESCHAP NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH(W)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 274