277
15 MAART 1979
verleden heeft het rijk tot deelname op een enkele
plaats besloten en op het ogenblik is het beleid
niet op participatie in andere schappen gericht.
De heer De Brouwer heeft daarnaast gesproken
over ambitieuze plannen. Ik geloof dat het schap
op zeer zuinige wijze probeert zijn doelstellingen
te bereiken: het tracht met een minimum aan kosten
het natuurbehoud en een verantwoorde recreatie
zorgvuldig op elkaar af stemmen. Zoals men weet
zitten alle deelnemende gemeenten met de vinger
aan de knip en wordt praktisch elke cent bediscus
sieerd. Ik vind dat er de afgelopen jaren in De
Biesbosch met betrekkelijk geringe kosten al erg
veel tot stand is gebracht. Breda mag zich mijns
inziens gelukkig prijzen dat het daartoe heeft bij
gedragen. Of we onze deelname moeten voortzetten,
moeten we' te zijner tijd afwegen als we alle plus
sen en minnen goed op een rij hebben.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna over
eenkomstig het voorstel van burgemeester en wethou
ders besloten.
20. Bijlage nr. 81:
PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS OP
EEN AANTAL VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM
MEDEWERKING OP GROND VAN HET BEPAALDE IN ARTI
KEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 C.Q. ARTI
KEL 50 DER KLEUTERONDERWIJSWET. (B)
De heer GARRITSEN: Punt 1 van het preadvies
heeft betrekking op een school voor lager onder
wijs aan de Plataanstraat. Een verzoek betreffende
uitbreiding van de speelplaats is door ambtenaren
van de afdeling onderwijs en de dienst van openba
re werken in behandeling genomen. Ik heb begrepen
dat zij zich in wezen positief konden opstellen,
ook ten opzichte van de argumenten die voor de
noodzaak tot vergroting van de speelplaats werden
aangevoerd. Er ligt naast de betrokken lagere
school een kleuterschool en hoewel de speelplaats