15 MAART 1979 278 aan de norm van 3 m2 per leerling voldoet, worden de kleinere kinderen vaak onder de voet gelopen. Op de speelplaats gebeuren veel ongelukjes en men zou erg graag zien dat er een grotere speelplaats werd aangelegd. Nu kun je je heel formeel opstellen en zeggen dat je niet onder de landelijke richtlijnen uit komt, maar ik denk dat het goed is te overwegen of er niet eens een verzoek van het college of van de raad kan uitgaan naar degenen die de richtlijn van 3 m2 per leerling hanteren. Ik pleit ervoor dit punt verder op te pakken en niet te volstaan met de constatering dat de norm van 3 m2 er nu eenmaal ligt, vooral omdat de aanvraag uit een wijk komt het Heuvelkwartier waar niet veel speelgele genheid is. In het Ruitersbos met zijn grote kavels hebben de kinderen waarschijnlijk speelgelegenheid genoeg, maar juist in het Heuvelkwartier mag de 3 m2 per leerling best eens worden overschreden. Ik zou een dringend beroep op het college willen doen na te gaan wat hier nog aan te doen is. De VOORZITTER: Mijn antwoord kan erg kort zijn. Ik wijs erop dat het de raad is die over de verzoeken om medewerking een beslissing neemt; het college doet voorstellen, de raad beslist. In het kader van honorering van verzoeken ex artikel 72 worden bepaalde normen gehanteerd, waarvan men niet voor één school kan afwijken, omdat de conse quentie daarvan zou zijn dat men elk soortgelijk verzoek van een andere school zou moeten honoreren De heer Garritsen wil naar een enigszins individu ele benadering van elke school in haar eigen situ atie toe, maar de werking van artikel 72 verzet zich daartegen. Op die grond meent het college dat het onderhavige verzoek in het kader van de gelden de richtlijnen niet dient te worden gehonoreerd, mede in verband met precedentwerking. De heer GARRITSEN: Ik had dit antwoord wel enigszins verwacht. Je kunt je heel formeel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 278