279
15 MAART 1979
opstellen door te zeggen dat de gemeente niet méér
kan doen, daarbij verwijzend naar precedentwerking
en enigszins de indruk wekkend dat je het best an
ders zou willen. Ik vraag het college dit punt nu
eens ter hand te nemen en intern over speelgelegen
heid te spreken. Men moet de zaak voor wat deze
school betreft niet voor altijd afdoen met de con
statering dat niet aan het verzoek kan worden vol
daan. Vooral in verband met de situering van de
speelplaats verdient het mijns inziens overweging
een en ander nog eens nader te bekijken en niet
zo star de norm van 3 m2 per leerling te hanteren,
maar na te gaan welke mogelijkheden er zijn. Ik
zie niet direct hoe vergroting van de speelplaats
financieel zou moeten worden verwezenlijkt, maar
ik neem aan dat je binnen een college dit soort
dingen kunt opvangen. Ik doe een dringend beroep
op het college dit punt nog eens nader te bekijken
met name omdat men van de zijde van de ambtenaren
tegen de mensen van de school heeft gezegd dat men
het verzoek heel reëel vond. De ambtenaren stonden
er in wezen achter, maar zij konden niet om de
3 m^ heen. Ik denk dat het college iets meer ruim
te heeft om hier iets aan te doen.
De heer VAN ASSELDONK: Mij is bekend dat de
leerkrachten van de school zeer praktisch te werk
zullen gaan: zij zullen in de toekomst de pauzes
splitsen, zodat eerst de kleuters en daarna de gro
teren pauze krijgen. Op die manier zal dit pro
bleem ook weer enigszins zijn opgelost.
Mevrouw NIEUWSTRATEN-DRIESSENMijn fractie
vindt het voorstel van de heer Garritsen op zich
zelf 'erg sympathiek. Wij zouden het in die zin
willen steunen, dat ook wij van mening zijn dat er
in het college zou moeten worden gesproken over
een mogelijke benadering om problemen in de toe
komst bij dergelijke scholen te voorkomen.
De VOORZITTER: Ik heb begrepen dat iedereen