15 MAART 1979 288 ik voornoemde winstuitkering slechts in de context van het voorstel als geheel bespreken en ook ver der alleen maar in dat licht bezien. De capaci teitsplanning om te komen tot budgetten bestaat uit diverse onderdelen. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen algemene en bijzondere dekkingsmid delen; een verdere indeling omvat: gemeentefonds uitkeringen, belastingen en specifieke heffingen, winstuitkeringen uit bedrijven en de overige in komsten van algemene aard. Hier is een winstuitke ring uit een bedrijf aan de orde; vraagstelling is hierbijwinsttoevoeging aan de algemene dienst en besteding van de eventuele overwinst. Het college meent terecht dat het volgens de door de gemeente Breda gehanteerde methode juist is winsten van ge meentebedrijven in te brengen bij de rekening al gemene dienst. Op de vraag of, om tot vaststelling en normering van deze winst te komen, afschrijving op basis van historische kostprijs dan wel op ba sis van vervangingswaarde moet worden toegepast, gaat het college in hoofdstuk II.3 duidelijk in. Als continuïteit van het bedrijf voorop staat in het licht van bedrijfseconomische uitgangspunten voor bedrijfsbeleid, dan is de door het college mede geschetste taakstelling als motief voor con tinuïteit als eerste garantie voor het energie- en waterbedrijf voor mij toch niet geheel duidelijk. Logisch gezien zou men moeten zeggen: pas als er voldaan is aan de bedrijfseconomische uitgangspun ten voor bedrijfsbeleid kan de taakstelling van de overheid worden gegarandeerd. Wanneer die zelfde overheid immers de continuïteit uit andere midde len zou moeten garanderen, ten koste van welke middelen zou dat dan gaan? Voorts zijn wij van me ning dat de winst c.q. de overwinst geen sluitpost mag zijn om tot een sluitende begroting te komen en ook niet als zodanig in het voorstel mag worden gezien. Voor het overige verklaren wij met nadruk te willen wachten op de nadere, op onderzoek geba seerde voorstellen die in het onderhavige voorstel door het college worden toegezegd. Tevens wil ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 288