15 MAART 1979 298 kunnen nieuwe activiteiten niet ter hand worden genomen, want de goedkeuring door gedeputeerde staten vergt dat we de begrotingsbehandeling tij dig hebben afgerond. Vanavond stelt het college de raad voor op basis van de gepresenteerde voorlopige verdeling met de opstelling van de begroting te beginnen. Onze motivering voor het uitgangspunt van lhi voor nieuw beleid is gelegen in de constatering dat de ruimte kleiner is. In zo'n situatie kun je een weg inslaan waarbij iedereen maar sterk moet be zuinigen, maar aan de andere kant moet je ook de leefbaarheid niet uit het oog verliezen. Uit het voorstel blijkt dat er wel degelijk bepaalde be zuinigingen moeten plaatsvinden, maar de door ons gepresenteerde verdeling lijkt ons nog leefbaar. Wij hebben de indruk dat wat wij presenteren nog kan worden gekenschetst als een reële vraag aan de onderscheidene functies. Al met al blijft er iets minder ruimte voor nieuw beleid over, maar zou de raad, na met dit voorstel te hebben ingestemd, daarover over een jaar volkomen anders denken, dan doen we het gewoon anders. Als er reële mogelijk heden aanwezig zijn, bestaat daartoe uiteraard ook bij het college alle bereidheid. De heer De Brouwer heeft naar ik heb begrepen betoogd dat de behandelingen van de jaarbegroting en de behandeling van de meerjarenbegroting eigen lijk zouden moeten worden ontkoppeld. Nu had het college, zoals men zal hebben begrepen, in feite al in het voorjaar met de meerjarenbegroting wil len komen. Zo optimistisch waren we toen we aan de voorbereidingen begonnen, maar het is gewoon te gengevallen: we hebben de voorbereidingen niet op tijd kunnen afronden. Aan de andere kant menen wij dat de behandeling van de meerjarenbegroting ook niet te lang moet worden uitgesteld. Als de raad immers bij de vaststelling van de jaarbegroting beslissingen neemt, heeft dat al consequenties voor de volgende jaren. Het is onze bedoeling het beeld heel duidelijk te houden, in die zin dat we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 298