301 15 MAART 1979 gezien, maar waarbij zij ook kunnen wegvallen of volledig kunnen worden veranderd. Bij de beoorde ling van de claimsituatie zal alles, oud en nieuw, zowel voor het college als voor de commissies en de raad gaan meespelen. Op het ogenblik wordt aan de raad slechts inzicht in de aanwezige ruimte gegeven Aan het adres van de heer Garritsen nog het volgende. Het is altijd wat moeilijk een financi eel onderwerp te behandelen, omdat je daarbij in de verleiding komt in technische beschouwingen verzeild te geraken, wat mij niet wenselijk lijkt. Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat je niet van vandaag op morgen ineens alles kunt verande ren. Ook heb ik getracht te schetsen dat onze me thodiek gebaseerd is op intensieve inschakeling van ambtenaren en functionele commissies, mijns inziens een goede werkwijze. Daarbij heb ik erop gewezen dat de mogelijkheid tot het aanbrengen van veranderingen in inzicht en in praktische benade ring, kan worden gerealiseerd in de diverse bud getten, waardoor nieuw beleid tot stand kan komen. Natuurlijk is onze methodiek, zoals alle mensen werk, onvolkomen, maar ik geloof dat er toch van een goede werkwijze mag worden gesproken. Door on ze aanpak bieden wij mijns inziens de commissies en de raad meer mogelijkheden dan wanneer we zon der meer met een algeheel concept voor de jaarbe groting zouden komen, zodat de raadsleden ineens met het gehele pakket zouden worden geconfronteerd. Het gevolg van onze methodiek is dat de raadsleden bij wijze van spreken nu al aan de opzet van de begroting kunnen gaan "kluiven". Men krijgt in de commissievergaderingen nog volop de gelegenheid om op de onderdelen terug te komen. De heer VAN DE STEENOVENUit uw woorden heb ik afgeleid dat de mogelijkheid bestaat om over een jaar opnieuw te bekijken of de reserve van lh% ten behoeve van nieuw beleid voor het jaar 1981 nog tot 2h.% kan worden verhoogd, bijvoorbeeld

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 301