15 MAART 1979
302
wanneer de regering besluit de gemeentefondsuitke
ringen alsnog wat sneller te laten stijgen. Ik
krijg de indruk dat ook de Kamer met veranderingen
in beleid rekening houdt, gezien het voorbehoud
dat zij steeds maakt.
Hiermee ben ik ingegaan op mijn eerste grote
punt van twijfel ten aanzien van het collegevoor
stel: de 1*2% voor 1981 en volgende jaren. Mijn
tweede grote bezwaar betrof de verhoging van de
winstuitkering van het EnWa-bedrijfIk heb ge
vraagd om een principiële discussie in de commis
sies, die u min of meer hebt toegezegd.
De VOORZITTER: Ik heb daarbij wèl gezegd dat
u bij mij meer praktisch kunt praten dan princi
pieel
De heer VAN DE STEENOVEN: U bent mij vóór. Ik
wilde gaan zeggen: principieel blijf ik van mening
dat we hier moeten spreken van een kunstgreep.
Wanneer 4 miljoen uit het EnWa-bedrijf naar de
algemene dienst toevloeit, is er in feite sprake
van een vorm van oneigenlijke inkomsten. Principi
eel plaats ik grote vraagtekens bij het daartoe
strekkende voorstel, maar aan de andere kant ben
ik wel zo praktisch om in te zien dat we in grote
problemen komen als we dit bedrag voor de algemene
dienst zouden laten vervallen. Mijn fractie legt
zich min of meer noodgedwongen evenals het
college bij de overheveling neer.
De heer GARRITSEN: Ik vind het jammer dat al
leen de wethouder van financiën aan het woord is
geweest
De VOORZITTER: Stelt u zich eens voor dat we
allemaal aan het woord zouden komen!
De heer GARRITSEN: U hebt zelf gezegd dat u
op de praktische aspecten inging, maar ik zou
graag iets meer van het beleid willen zien. Ik kan
mij goed voorstellen dat het beleid nog niet. gede
tailleerd kan worden aangegeven, maar ik zou toch