15 MAART 1979 304 de verkeerswetgeving in Nederland valt en dus geen koplampen hoeft te dragen, acht ik het niet waar schijnlijk dat de heer Garritsen door de mist heen een beeld van het geheel van het financiële beleid in Breda krijgt. De heer GARRITSEN: wilt u daarmee zeggen dat u uit deze budgetverdeling wèl een stuk beleid kunt halen? De heer PEETERSJazeker. De heer Garritsen heeft gezegd van mening te zijn dat het onderhavige voorstel gebaseerd is op de begroting voor 1979. Ik moet hem erop wijzen dat die begroting langs politieke lijnen en op grond van politiek beleid is vastgesteld. U, mijn heer de voorzitter, hebt gezegd dat we in Breda niet van de ene dag op de andere al het oude over boord kunnen zetten. De heer Garritsen zal er be grip voor moeten hebben dat er weliswaar een col lege in nieuwe formatie achter de tafel zit, maar dat dit de gelegenheid moet krijgen met een schone lei te beginnen. De uitkristallisering van nieuw beleid en nieuwe politieke gegevens aan de hand van cijfers zal zichtbaar worden in de concept begroting die ons in juni zal worden aangeboden. Ik kan mij met de beantwoording in eerste termijn volkomen verenigen en ik ben zeer tevreden met het ter tafel liggende voorstel. De heer GARRITSEN: Ik heb niet gezegd dat al les moet veranderen, maar ik zie geen enkele ver taling in beleid. Inderdaad is de begroting voor 1979 op politieke gegevens gebaseerd, maar die be groting was nu juist van het oude college afkom stig. Dat is mijn bezwaar, waarop echter door de heer Peeters niet wordt ingegaan. De heer PEETERS: Neemt u van mij aan dat ook het oude college politieke beleidslijnen hanteer de? De heer GARRITSENJawelmaar ik had verwacht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 304