15 MAART 1979 310 geopperd voor wat betreft a. de inpassing van het aanwezige groen; b. de speelvoorzieningen c. het verkeer. Het is jammer dat burgemeester en wethouders zich zo weinig gelegen hebben laten liggen aan de fundamentele kritiek van de St.A.R. Ons bekruipt het gevoel dat in het algemeen de adviezen van dit deskundige, vlijtige en dure orgaan niet au sé- rieux worden genomen. Dit blijkt onder meer uit het feit dat onvoldoende gemeentelijk informatie aan de St.A.R. ter hand wordt gesteld. Overigens hebben we kunnen constateren dat bij hoge uitzon dering adviezen en reacties als bijlagen bij de raadsvoorstellen zijn opgenomen. Wij hopen dat de ze hoge uitzondering zal worden verheven tot een vaste regel. De heer KAMMERAAT: Ik ben vier jaar lid van de St.A.R. geweest en ik meen dat men bepaald niet kan zeggen dat de gemeente onvoldoende informatie aan de St.A.R. verstrekt. De heer DE BROUWER: Het staat duidelijk in de bijlagen vermeld! De heer KAMMERAAT: Ik heb de behandeling van deze plannen nog meegemaakt: we konden er in een vroeg stadium alle kanten mee op. Ik kan mij voor stellen dat de commissieleden daar jaloers op zijn, maar dat is een heel ander punt. In ieder geval heeft de St.A.R. genoeg inspraak gehad. De heer TEN WOLDE: Ik vind het inderdaad vreemd dat de heer De Brouwer die opmerking van de St.A.R. zonder meer overneemt, want ik zou wel eens willen weten waarop hij dat inhoudelijk ba seert. De St.A.R. heeft alle deelplannen ontvangen en de dienst van openbare werken heeft een uitge breide reactie gegeven op alle afzonderlijke deel- adviesjes van de St.A.R. De VOORZITTER: Zullen we het voorlopig hierbij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 310