15 MAART 1979
312
bijlage nr. 97 III" lees ik: "Het plan is zodanig
gewijzigd dat de bereikbaarheid van de bestaande
boerderijen met de auto via de buurtontsluitings-
weg mogelijk wordt." Mijn reactie hierop is: dat
dank je de koekoek! Wanneer er in het gebied van
de beide plandelen bestaande boerderijen liggen,
is het toch begrijpelijk dat die een zodanige uit
weg op de buurtontsluitingsweg zullen krijgen. Dat
behoeft geen betoog, want het zal toch niet de be
doeling zijn dat men zich zoals dat vroeger ging
per ezel verplaatst. Ook in dit gebied hebben de
mensen een auto en ik vind het dan ook terecht dat
ervoor wordt gezorgd dat zij de buurtontsluitings
weg per auto zullen kunnen bereiken.
Op dezelfde bladzijde is sprake van het
"groene" hoofdmotief. Nu komt ook in andere plan
nen het groen aan de orde en ik vind het een goe
de zaak dat tussen de beide plandelen in een dui
delijke groene ruimte is gecreëerd. Zo'n voorzie
ning zal alle plandelen, en zeker ook deze twee,
ten goede komen.
Op blz. 2 van hetzelfde commentaar wordt in
gegaan op het wonen. Opgemerkt wordt dat weinig
woningen volledig met hun voortuinen naar het
noorden zijn gesitueerd. Daaraan wordt toegevoegd
-- wie dat heeft uitgedacht, weet ik niet dat
bewoners van woningen met een voortuin op het
noorden toch nog van de zon in de voortuin zullen
kunnen genieten. Mij is dit onduidelijk; overigens
hoor ik nu iemand zeggen dat dat de noorderzon
dan wel zal zijn.' Dat in een plan woningen met hun
tuinen naar het noorden moeten worden gesitueerd,
is begrijpelijk, want niet iedereen kan van de zon
in zijn tuin profiteren. Het is een goede zaak dat
men hiermee rekening heeft gehouden door de tuinen
van de betrokken woningen wat ruimer te bemeten.
Op blz. 3 van voornoemd stuk komt een punt
voor waarover ik ook in de commissie al iets heb
gezegd. Eerder vanavond is gezegd dat hetgeen in
de commissievergaderingen is besproken hier ach
terwege kan blijven. Het leek mij echter goed in