15 MAART 1979 314 richten. Indertijd is duidelijk toegezegd dat ge lijktijdig met de ontwikkeling van de eerste woon buurt ook het bestemmingsplan voor dat industrie terrein rond zou zijn. Dat is op dit ogenblik ech ter nog niet het geval en ik deel dan ook de op vatting van de D66-fractieer moet op dat punt een regeling zijn getroffen voordat we tot be sluitvorming over de ter tafel liggende voorstel len kunnen komen. Ik kan mij voorstellen dat de wethouder door uitstel van de beslissing omhoog zou komen te zit ten, want hij moet immers zorgen voor "bouwen bij het leven". Het is echter ongewenst op deze manier verder te gaan. We moeten nu even aan de noodrem trekken en éérst de bovengenoemde kwesties correct afhandelen, voordat we verder gaan. Mijn belangrijkste punt van kritiek op het geheel van de plannen voor de Haagse Beemden richt zich op de 30% woningwetbouw. Dat te lage percen tage blijft een bezwaar. Het kan in het ene plan wat hoger zijn en in het andere wat lager, maar als we met al die plannen akkoord gaan, komt er in totaal een wijk met slechts 30% woningwetbouw tot stand, terwijl ik heb daarop ook in de com missie gewezen in de inleiding van de bestem mingsplannen nog steeds staat dat dit aspect na der zal worden bekeken. Inmiddels is echter geble ken dat van dat bekijken niets meer zal komen en dat de 30% al een hard gegeven is. Ik vind dat zoals men weet een slechte zaak. Vervolgens wil ik iets zeggen over de in spraak. Ik vind het begrijpelijk dat men de vraag stelt of de inspraak nu meteen aan bestemmings plannen moet worden gekoppeld. Naar mijn mening is dat echter wel degelijk het geval. Op het ogen blik hebben we immers reeds te maken met invulling, bijvoorbeeld op het gebied van groenvoorzieningen. Er is al gewezen op de informatie-avond over de Haagse-Beemden, waarbij is gebleken dat zich in de eerste woonbuurt nogal wat problemen voordoen. Ik ben van mening dat je de begeleiding van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 314