315 15 MAART 1979 plannen van inspraak kun je hier niet spreken niet aan een "deskundigenclub" als de St.A.R. moet overlaten, maar dat je in een vroeg stadium de toekomstige bewoners, die voor een aantal buur ten reeds bekend zijn, bij de gang van zaken moet inschakelen. De heer KAMMERAAT: De St.A.R. is geen deskun digenclub. Er zitten in de St.A.R. wel enkele des kundigen, maar er zit een veel groter aantal af gevaardigden van bejaardenbewegingen, katholieke vrouwen en dergelijke groepen. Op het totaal aan tal leden, ik meen dertig, zitten er een stuk of zes deskundigen. De heer OOMEN: Ik denk dat vrouwen op het gebied van het bouwen van huizen erg deskundig zijn! De heer GARRITSEN: Ik heb er op zichzelf geen enkel bezwaar tegen dat een club als de St.A.R. de plannen beoordeelt, maar het gaat mij erom dat het daarbij blijft. Naar mijn mening moet je ook de toekomstige bewoners bij de opstelling van de plannen betrekken. Er zijn genoeg plaatsen in Ne derland waar de opzet van dit soort nieuwbouwwij ken op een andere manier wordt aangepakt. Ik denk dat het voor de eerste woonbuurt al praktisch te laat is, maar ik zou graag willen dat men hier met alle kracht iets aan gaat doen. De heer TEN WOLDE: Als ik het betoog van de heer Garritsen hoor, krijg ik de indruk dat er op die manier in de jaren '90 nog geen 10% sociale woningbouw in de Haagse Beemden aanwezig zou zijn! •De heer GARRITSEN: Ik kan plannen met 50% sociale woningbouw noemen waarbij de inspraak heel wat beter is geregeld dan in dit geval. Ik be grijp niet welke verbanden de heer Ten Wolde nu legt, maar het zullen wel noodverbanden zijn! Naar aanleiding van mijn opmerkingen in de commissie over de verkeersvoorzieningen heb ik nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 315