319
15 MAART 1979
aan doen.
De heer Garritsen heeft gepleit voor het meer
betrekken van de bevolking bij de gang van zaken
Als ik het wat overdreven mag zeggen: het gaat om
het toetsen van dingen die wellicht van tijd tot
tijd enigszins in de sfeer van bedrijfsblindheid
liggen, aan een algemener kader, ook buiten de
St.A.R. Ik heb daarover vanmorgen toevallig een
lang gesprek gevoerd en ik kan zeggen dat wij gaan
proberen tot zo'n toetsing te komen. Hoewel ik nog
niet weet hoe een en ander zou moeten worden ge
regeld, kan ik mij voorstellen dat er in de route
tussen het van de tekentafel afkomen van het plan
enerzijds en de behandeling van het plan door het
college en de raad anderzijds een mogelijkheid
moet zijn om
a. de commissie zich in de materie meer thuis
te laten voelen;
b. wellicht ook andere disciplines bij de
gang van zaken te betrekken.
Al met al ben ik aan het zoeken naar een kader om
dit beter te kunnen afchecken. Ik ga op dit punt
geen toezeggingen doen, maar men zij ervan over
tuigd dat wij er op het ogenblik inhoudelijk mee
worstelen.
In verband met het pleidooi van de heer Gar^-
ritsen voor een grotere betrokkenheid van de be
woners bij de verkeersvoorzieningen kan ik tevens
ingaan op een opmerking van de heer Goos over
woonerven in de Haagse Beemden. Ik vind dat we er
enorm voor moeten oppassen dat bleek ook gis
teravond weer woonerven niet tot een modisch
begrip te maken dat een oplossing voor alle ver
keer sonveilige situaties zou kunnen brengen en
een eindpunt in het wensenverkeer van bewoners
zou kunnen vormen. Ten aanzien van woonerven be
staan soms illusies die door de feitelijke en fy
sieke uitvoering niet worden gerechtvaardigd. Ik
vind dat een levensgevaarlijke situatie. In de
onderhavige bestemmingsplannen wordt beoogd de
mogelijkheid van woonerven open te houden teneinde