321 15 MAART 1979 moeilijke zaak. Ik hoop niet dat heer Goos op dit ogenblik met mij in discussie wil treden over de "noorder zon" en de tuinen. In het door hem aangehaalde commentaar is sprake van compensatie in diepte en uitzicht en van het feit dat er toch nog een straaltje zon in de achtertuin zal komen. Overi gens meen ik dat het hier om een detail gaat dat thans onze aandacht niet behoeft. Mevrouw NIEUWSTRATEN-DRIESSEN: Ik zou namens onze fractie nog de volgende punten aan de orde willen stellen. 1Ten aanzien van Hoechst is het bekend dat er cijfers van geluidsmetingen zijn. Kunnen de raadsleden of in ieder geval de commissieleden inzage in-die cijfers krijgen? 2. Ik wil aandringen op een snelle start van de uitvoering van het plan-Architeam, dat wij ge zien het hoge percentage sociale woningbouw van groot belang achten. 3. Wij zijn blij met de opmerkingen van de heer Kammeraat en van de wethouder, inhoudende dat de commissieleden min of meer mogen verwachten in de toekomst beter bij de planvoorbereiding te wor den betrokken. De heer KAMMERAAT: Daar heb ik niets over te zeggen Mevrouw NIEUWSTRATEN-DRIESSEN: Ik doel op uw opmerking dat de commissieleden eigenlijk wel ja loers zouden mogen zijn op het feit dat de St.A.R. de plannen veel eerder te zien krijgt. De heer DE BROUWER: De heren Ten Wolde en Kammeraat hebben eendrachtig geprobeerd mij in de bomen te jagen naar aanleiding van mijn opmerking over onvoldoende informatie aan de St.A.R. Op de eerste bladzijde van het advies van de St.A.R. met het opschrift "bij bijlage nr. 98 II" lees ik ech ter: "De St.A.R. acht de verstrekte informatie on voldoende. Slechts zijn verstrekt een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 321