15 MAART 1979 322 bestemmingsplan (tek. 50175) en een bebouwingsplan (tek. 50210). Zij zijn beide 2-dimensionaal Hierdoor werd naar de mening van de St.A.R. ade quate advisering aanmerkelijk bemoeilijkt. Ten aanzien van de taak van de St.A.R. heeft de wethouder naar mijn mening de dingen enigszins door elkaar gehaald. De St.A.R. is mijns inziens duidelijk een adviesraad en geen inspraakorgaan. Ik wil best toegeven dat de gemeente in zeke re mate tegemoet is gekomen aan enkele wensen van de St.A.R. op punten van minder groot belang, maar de fundamentele kritiek van de St.A.R. wordt naar mijn mening niet weerlegd. Tot slot nog iets over Hoechst en de inspec teur van de volksgezondheid. Planschade is maar één ding; essentiëler vind ik dat het niet prettig wonen moet zijn in de nabijheid van bijvoorbeeld Hoechst. In dit verband hoef ik slechts te wijzen op de angstgevoelens van de bewoners van.... De heer TEN WOLDE: Tijdens de discussie in de commissie ruimtelijke ordening zijn duidelijke ant woorden gegeven. Ten aanzien van de industrieves- tiging-Hintelaken is gezegd dat het om opslagbe- drijven gaat en om bedrijven die zeer weinig hin der opleveren. Daarnaast wijs ik erop dat Hoechst. De heer GARRITSENU weet toch waar het over gaat! Het gaat om toezeggingen die aan de inspec teur zijn gedaan en om het feit dat de lijsten er niet waren. De heer TEN WOLDE: Als u mij voordat u rea geert laat uitspreken, komt het waarschijnlijk wat gemakkelijker over. Hier wordt de indruk gewekt dat Hoechst een zeer bijzonder bedrijf binnen Breda zou zijn. Ik maak de raadsleden die daarover spreken, erop at tent dat Hoechst, evenals welk ander bedrijf dan ook, maandelijks, zo niet wekelijks door de pro vincie op geluidshinder wordt gecontroleerd. Daar voor bestaan bepaalde standaardvoorschriften die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 322