323
15 MAART 1979
met het bestemmingsplan als zodanig niets maar dan
ook helemaal niets te maken hebben.
De VOORZITTER: Was de heer De Brouwer uitge
sproken?
De heer DE BROUWER: Aan het adres van de heer
Ten Wolde wil ik nog zeggen dat die controle daar
niet voor niets maandelijks plaatsvindt.
De heer TEN WOLDE: Er zijn juist voorschrif
ten om te controleren of het bedrijf aan de voor
geschreven voorwaarden voldoet, maar in het kader
van het bestemmingsplan.
De heer DE BROUWER: U weet net zo goed als ik
dat hinderwetvoorwaarden bij een willekeurig be
drijf in Breda of elders in Nederland niet maande
lijks worden gecontroleerd.
De heer TEN WOLDE: U moet zich echt eens even
laten informeren bij de provincie!
De VOORZITTER: Zullen wij deze discussie tus
sen de raadsleden beëindigen? Wie wenst nog het
woord in tweede instantie?
De heer GARRITSEN: Op mijn opmerkingen in
eerste instantie heb ik onvoldoende antwoord ge
kregen. Ik ben begonnen met de zaak-Hoechst te
noemen. De heer Ten Wolde kan zich er nu wel heel
gemakkelijk afmaken door te zeggen dat het alle
maal behoorlijk geregeld is, maar bij de behande
ling van de eerste bestemmingsplannen heb ik in de
commissie al gevraagd hoe het met het gevaar van
Hoechst zat, waarover toen mijn vragen betrof
fen niet alleen de geluidsmetingen maar ook de op
geslagen stoffen in het geheel niets kon worden
medegedeeld. Ik ben er toen zelf op uitgetrokken
om aan lijsten van opgeslagen stoffen te komen.
Mij is bekend dat er een ontstellend uitgebreid
rampenbestrijdingsplan is opgesteld. Men heeft dat
niet voor niets gedaan: het is echt een gevaarlijk
bedrijf en de bewoners van de omgeving willen ook