15 MAART 1979 326 mevrouw Nieuwstraten dat ik als enigszins oneigen lijk zou willen kenschetsen. Oorspronkelijk was er één concept-besluit, dat we nu netjes hebben ge splitst. De P.v.d.A.-fractie heeft te kennen gege ven dat zij voorstandster is van het plan waarin een hoog percentage sociale woningbouw is opgeno men, terwijl zij moeite met het andere plan heeft. Nu moeten wij niet de indruk wekken dat we zo links en rechts eens wat sociale woningbouw in de plannen doen. Het gaat in feite om één bestemmings plan Kievitsloop-Gageldonk en in dat bestemmings plan als geheel komt ongeveer 31% sociale woning bouw voor. Ik heb van meet af aan gezegd dat het percentage sociale woningbouw in het ene deelbe- stemmingsplan wel eens 15 kan bedragen en in het andere 50 a 60. Mevrouw NIEUWSTRATEN-DRIESSEN: U moet niet uit mijn woorden opmaken dat onze gehele fractie voor het plan-Architeam zou zijn. Hoe de standpun ten luiden, zal uit de stemverklaring nader blij ken. Wethouder VAN DUN: Weer een illusie de grond in geboord! Tot slot nog enkele opmerkingen over de St.A.R. In de eerste plaats geloof ik dat we de St.A.R. in zijn eigen waarde moeten laten. Ik wil de heer De Brouwer ervan proberen te overtuigen dat het, toen de instelling van de St.A.R. inder tijd in het college kwam, begonnen was om een functionele adviesraad die als inspraakorgaan ten aanzien van hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid was bedoeld. In 1971 heb ik zelf het initiatief tot de instelling van de St.A.R. mogen nemen. In mijn beantwoording in eerste instantie heb ik slechts gesignaleerd dat de St.A.R. ten aanzien van zijn eigen doelstellingen enigszins in het ongerede raakt. We zijn daarover in discussie en de commissie ruimtelijke ordening zal worden uit genodigd zich te gelegener tijd in die discussie te wagen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 326