329 15 MAART 1979 constateer dat er nog één punt op de agenda staat, maar mij is medegedeeld dat daarover nog van vijf kanten zou moeten worden gesproken. Als dat heel kort zou kunnen, zouden we het overgebleven agen dapunt nu kunnen afhandelen; anders komen we maan dagavond terug. Kan er kort over punt 38 worden gesproken of vergt het een uitgebreide discussie? De heer EISSENS: Maar dan ook echt kort! De heer GARRITSEN: Ik vind het voorstel onder punt 38 van groot belang. Ik kan mij voorstellen dat deze kwestie, zeker van de kant van het C.D.A. heel kort aan de orde zal worden gesteld, maar ik maak daar ernstige bezwaren tegen. Ik vind dat de ze zaak uitgebreid aan de orde moet komen. De VOORZITTER: U stelt voor maandagavond te vergaderen. Wat is daarover het oordeel van de raad? De heer GOOS: Ik protesteer tegen de veron derstelling van de heer Garritsen dat agendapunt 38 door het C.D.A. zeer kort zal worden behandeld. Die veronderstelling is niet terecht, want de heer Garritsen weet daar helemaal niets van. De heer GARRITSEN: Ik maak een vergelijking met de bijdrage in de commissie. Daar werd over dit punt één zinnetje uitgesproken. De VOORZITTER: Mag ik voorstellen en dat hoeft bepaald niet lang te duren duidelijk te zijn! Wethouder SANDBERG: We zijn voorlopig alweer een paar minuten bezig! De VOORZITTER: Kunnen we met elkaar afspreken dat we kort over het voorstel spreken? Ik consta teer dat het niet mogelijk is tot zo'n afspraak te komen. Betekent dat dat we maandagavond opnieuw vergaderen? De heer EISSENS: Ik wil graag een korte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 329