32 11 JANUARI 1979 wil voorleggen. In de eerste plaats iets over de inkleding van het voorstel. In de tweede alinea van blz. 1 is sprake van a, b en c-niveaus, terwijl het in het 1.b.o.-besluit over programma's gaat. Boven dien is er sprake van de moeilijkheidsgraad, oplo pend van a naar cdie voor deze niveaus bepalend zou zijn. De programma's hebben echter een geheel andere onderscheiding dan die van de moeilijkheids graad. Nu bevreemdt het mij dat dit, terwijl wij deze fout in de commissie al hadden gecorrigeerd, nog steeds in het voorstel staat. Volgens blz. 2 van het voorstel is er overleg geweest met het bevoegd gezag en de directie van de it.o.-schoolUit een stuk dat ik heb ontvan gen en uit gesprekken die ik met betrokkenen heb gevoerd, blijkt echter dat bestuur en direktie van de individuele technische school Tuinzigt het be treuren niet in het overleg betrokken te zijn ge weest. Dit is voor ons een vraagteken. Er wordt van die zijde betoogd dat wat in de stukken van het college overleg heet, weinig méér was dan een aankondiging van iets dat zou gaan gebeuren. Men vond het vriendelijk en beleefd dat dat werd aan gekondigd, maar het is natuurlijk geen overleg. In het verleden is het i.t.o. op een gegeven ogenblik ontstaan uit het technisch onderwijs hier ter stede. Dat gebeurde in 1953. Er is in Breda een school voor i.t.o. tot stand gekomen die, naar ik mij door deskundigen heb laten vertellen, een landelijk voorbeeld mag worden genoemd. De school heeft haar eigen individuele onderwijskundige me thoden ontwikkeld en heeft haar eigen didactische werkvormen gecreëerd. Van het voorstel dat vana vond ter tafel ligt, zou je kunnen zeggen dat het in wezen een gans andere strekking heeft. Volgens het voorstel zou aan de l.t.s. één afdeling voor deze bepaalde groep leerlingen wor den verbonden. Vanuit de onderwijswereld en maat schappelijk is het echter bekend dat daardoor een zekere fuikwerking zal ontstaan. Als de betrokken

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 32