358 23 APRIL 1979 dagen nadat in het Dagblad De Stem gestaan had dat de commissie ruimtelijke ordening zich in deze kwestie van advies had onthouden, kwam er een brief van de Kamer van Koophandel waarin werd ge wezen op de "witte plekken" in onze stad. Het col lege weet ongetwijfeld wat daarmee wordt bedoeld. Wat doet het of wat heeft het misschien al gedaan met deze brief? Misschien is het hier nog niet de plaats om daarop al uitvoerig in te gaan, maar dan zou ik toch in de commissie ruimtelijke ordening in ieder geval meer over deze problemen willen horen. De heer TEN WOLDE: Het was moeilijk over dit voorstel in de commissie ruimtelijke ordening met een een standpunt in te nemen, omdat wij voor de besluitvorming in belangrijke mate afhankelijk wa ren van de beantwoording van de vraag of de bouw vergunning saanvr age met de tekeningen die eraan ten grondslag lagen wel van voldoende gehalte wa ren om te kunnen worden geaccepteerd. Aan de ande re kant is de formele vraag aan de orde of een bouwvergunningsaanvraag die is ingediend op het moment dat de raad een voorbereidingsbesluit heeft genomen, wel of niet ontvankelijk moet worden ver klaard. Het tijdsverschil bedraagt twee dagen en het zou dus kunnen zijn dat de aanvraag op formele gronden niet kan worden geaccepteerd. Al met al was het moeilijk over dit geval direct een beslis sing te nemen. In zo'n situatie lijkt het gewenst aanvrager het voordeel van de twijfel te geven. Dit was oor spronkelijk ook mijn invalshoek in de commissie ruimtelijke ordening, maar aan de andere kant mag een en ander ook worden getoetst aan de mate waar in het met de goede bedoelingen in overeenstemming is. Als de discussie met de dienst van openbare werken verleden jaar mei is gestart met goede be doelingen bij de wederzijde partijen op tafel en als halverwege de rit de gemeente bezig blijkt te zijn naar een voorbereidingsbesluit te streven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 358