362 23 APRIL 1979 malen om gevraagd, maar zij heeft er van de zijde van de V.V.D. en het C.D.A. nooit iets positiefs over gehoord. Nu er echter een brief van de Kamer van Koophandel ligt, vinden de fracties van V.V.D. en C.D.A. het tot mijn verbazing ineens nodig de wenselijkheid van bestemmingsplannen of voorberei- dingsbesluiten voor de "witte plekken" te onder strepen. Naar mijn mening had men dat in het ver leden ook al kunnen doen. Wanneer er voor alle in aanmerking komende gebieden goede bestemmingsplannen zijn dan wel voorbereidingsbesluiten zijn genomen, kunnen on frisse procedures zoals die de afgelopen tijd heb ben plaatsgevonden en waarbij het onder meer nood zakelijk was met hulp van een deurwaarder een bouwaanvraag in te dienen, naar mijn mening worden vermeden De heer DE BROUWER: Om een tweetal redenen kunnen wij ons niet met het voorstel verenigen. De eerste reden is gelegen in het feit er is ook door andere sprekers op gewezen dat ambte naren hebben geweigerd bepaalde stukken inzake een bouwaanvraag in ontvangst te nemen. Elvago Werim is er in geslaagd de stukken met hulp van een deurwaarder wèl op het gemeentehuis achter te la ten. In dit geval treft deze handelwijze een pro jectontwikkelaar, straks wellicht een willekeurige burger of een actiegroep en dat zouden we onbe hoorlijk vinden. Daarbij gaan wij er dan nog aan voorbij dat tijdens het vooroverleg de gemeente raad een voorbereidingsbesluit heeft moeten nemen. Deze handelwijze moet ik betitelen als een mis bruik van voorwetenschap. Het tweede punt heeft betrekking op de weige ring van burgemeester en wethouders om alle be schikbare informatie ter inzage te geven. Wij hebben ons daardoor onvoldoende een oordeel over de materie kunnen vormen en wij moeten Elvago We rim dan ook het voordeel van de twijfel gunnen. De heer GARRITSENReeds vaker is hier betoogd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 362