23 APRIL 1979 371 kader van detailhandelsproblematieken kunnen plaatsvinden, onderkent. Juist daarom heeft het college negen maanden geleden een werkgroep in het leven geroepen om uit de problemen te komen. Het merkwaardige is nu dat in de werkgroep naast gemeentelijke ambtenaren ook de Kamer van Koophan del en de rijksconsulent voor detailhandel en am bachten participeren, juist om die zaken "kort te sluiten" vanuit alle invalshoeken die de problema tiek met zich mee kan brengen. De problematiek is niet gemakkelijk. Zoals men weet kunnen we niet één, twee, drie bestem mingsplannen maken en voorbereidingsbesluiten ne men. Een voorbereidingsbesluit kun je alleen nemen wanneer je weet dat er zeker een bestemmingsplan op zal volgen. Wij zijn op het ogenblik zo ver dat de inventarisatie van de "witte vlekken" in de binnenstad en in de omgeving van de binnenstad be kend is; ik verwacht dat wij binnen een half jaar uit de problemen kunnen zijn. Dit betekent dat de ongerustheid van de Kamer van Koophandel danig kan worden gerelativeerd en dat de ongerustheid van de raad die als achtergrond dient bij de problematiek waar het hier om gaat binnen een half jaar, zeker in de commissie ruimtelijke orde ning, bespreekbaar zal zijn en zal uitmonden in maatregelen die de gemeenteraad zal moeten treffen. Ik kom tot een samenvatting. U, mijnheer de voorzitter, hebt gesproken over de openbaarheid van stukken. Het voorstel aan de raad om de bouw vergunning te weigeren berust op formele gronden, aangezien de bouwaanvraag niet voldoet aan daaraan te stellen eisen. De achterliggende problematiek van de "witte vlekken" hebben wij tezamen met de Kamer van Koophandel en de rijksconsulent voor detailhandel en ambachten in studie, waarbij wij ongeveer halverwege zijn gevorderd. De heer TEN WOLDEMij rest nog één vraag. Worden op basis van de oorspronkelijke uitgangs punten en de bedoelingen die aan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 371