384
23 APRIL 1979
uiteindelijk in de raad terecht te komen. Ik weet
niet zeker of de procedure zo is, maar in ieder
geval is er aan het preadvies niets veranderd. Het
college heeft dus niet voldoende aanleiding gevon
den om het preadvies op basis van de in de commis
sie geopperde denkbeelden aan te vullen, öf en
dat is een andere mogelijkheid het onderwerp is
verder niet meer in het college besproken. Als dat
laatste het geval is, met andere woorden: als op
merkingen, gemaakt in commissies, niet meer in het
college aan de orde komen, moet je je natuurlijk
gaan afvragen wat de functie van de commissies dan
in feite is en of niet eens zou moeten worden ge
sproken over de mate waarin in het college meer
aandacht kan worden besteed aan de opvattingen die
in de commissies over preadviezen naar voren komen.
Over het voorstel zelf nog het volgende. We
zijn, zoals ook in de commissie is gezegd, bezig
activiteiten te ontplooien voor een groep van wo
ningzoekenden die op zichzelf niet nieuw is, maar
die wèl pas de laatste tijd beter zichtbaar is ge
worden. Met die groep zullen we bestuurlijk en in
andere opzichten de komende tijd steeds meer te
maken krijgen. De stuurgroep zelf de wethouder
kan daar het beste over meepraten heeft nogal
wat ups en downs gekend; er zijn allerlei dingen
gebeurd die het goed functioneren van de stuur
groep niet ten goede zijn gekomen. Het preadvies
is daardoor, ondanks vele goede elementen, wat ma
ger en in zijn beleidsbepaling onvoldoende. Vol
gens onze indruk is het door allerlei oorzaken
niet mogelijk gebleken in de stuurgroep de nodige
voortvarendheid te betrachten en tot de nodige
creativiteit te komen. Daarvoor zijn genoeg oorza
ken aan te wijzen. Het gevolg is geweest dat het
voorstel wat vrijblijvend is geworden.
Tegen deze achtergrond zouden wij willen
voorstellen de punten 1 t/m 6 van het concept-be
sluit aan te vullen en een punt 7 toe te voegen.
Als de raad ons voorstel overneemt, is hij naar
onze mening op de goede weg: hij levert dan een