23 APRIL 1979 389 tot dezelfde categorie als waarin we de woningwet woningen moeten zoeken, de woningen voor de mensen met de lagere en laagste inkomens. Om zulke wonin gen te realiseren is eigenlijk nooit voldoende be leid gevoerd. De aantallen zijn in Breda steeds verder geslonken. Reeds vaker heb ik op het aantal van acht ge realiseerde "Van Dam-eenheden" in Breda gewezen. Dit is een schrikbarend laag aantal en je kunt prachtige nota's schrijven en prachtige besluiten nemen, maar indien je geen aantallen noemt, geen onderbouwing geeft, niet tot een financiële aanpak komt en niet werkelijk iets gaat realiseren, zul je blijvend niet serieus worden genomen. Overigens gaat het voorstel van de P.v.d.A. wel enigszins in de gewenste richting. Ik heb nog steeds twijfels ten aanzien van de opstelling van het college om in deze sector wèl iets van de grond te gaan krij gen. Men zal echt een ander beleid moeten voeren. In verband met de verhuur van woningen wijs ik erop dat er nogal wat huurwoningen worden ver kocht en dat de gemeente slechts mondjesmaat of nauwelijks woningen aankoopt. In de laatst gehou den vergadering van de commissie openbare werken is nog eens over woningverkoop in de huursector gesproken. Naar mijn mening is het zowel voor de stuurgroep als voor de één- en tweepersoonshuis houdens zaak de huursector zo groot mogelijk te maken en geen woningen naar de koopsector te laten overgaan. In de duurdere sector de sector waar op het particulier initiatief graag inspringt, om dat daar meer in te verdienen valt blijken in Breda heel wat appartementen te koop te worden aangeboden. Die appartementen zijn ook best voor jongeren geschikt, maar ze zijn natuurlijk onbe taalbaar. Ik vind dat men het totale beleid eens duidelijk moet maken en moet aangeven wat er in Breda op het punt van betaalbare woningen wordt gerealiseerd, gezien tegen de achtergrond van de andere categorieën en van de dure appartementen die overal verrijzen. Zolang er slechts sprake is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 389