38 11 JANUARI 1979 van zaken af. Inderdaad zullen de inspectie, het bestuur van de I.T.O.-school, de directies etcete ra erbij moeten worden betrokken. De heer Schuring heeft gelijk met zijn opmer king over niveaus en programma's. We hadden de fout in de commissie al ontdekt en het is jammer dat een en ander in het voorstel aan de raad niet is gecorrigeerd. Ik betreur dat en ik meen dat ik daarmee wat dit punt betreft kan volstaan. De fuikwerking van een i.t.o.-afdeling aan de g.t.s. heeft verschillende kanten. Over de fuikwerking binnen het onderwijs, zowel bij het reguliere onderwijs als bij de it.o.-scholen, zou je lang en breed kunnen praten. Naar mijn mening hoeft bij een it.o.-afdeling aan een reguliere school, waar men van meet af aan in zekere zin kiest voor het vak dat men wil gaan uitoefenen, de fuikwerking niet zo sterk te zijn als kenne lijk de heer Schuring vreest. Over de motie is in het college nog niet ge sproken. Persoonlijk heb ik er weinig moeite mee, hoewel ik de motie tegen de achtergrond van de door mij gedane toezeggingen eigenlijk overbodig acht. Daaromtrent zal ik graag de opvatting van de raad horen. De heer SCHURING: Mijnheer de voorzitter. Er is nu, behalve ten aanzien van één punt, duide- lijkheid gekomen. Met het oog op mijn motie con stateer ik dat u hebt gezegd vóór overleg te zijn en bereid te zijn het overleg in een zodanige vorm te gieten dat de mogelijkheden tot "switchen" bin nen het scholenplan worden gerealiseerd. Ook hebt u zich bereid verklaard ervoor te zorgen dat er zo veel mogelijk samenwerking komt, opdat van de mogelijkheden van beide scholen gebruik kan wor den gemaakt. Ik ben wat dat betreft met het ant woord volmaakt tevreden. Ik heb er vertrouwen in dat het college de aangekondigde voornemens zal uitvoeren. De motie hoeft dan ook wat mij betreft niet in stemming te komen, zodat u haar kunt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 38