390
23 APRIL 1979
van een sectorgewijze aanpak en zolang er zeer
weinig "Van Dam-eenheden" worden gerealiseerd,
zullen de activiteiten naar mijn mening weinig
zoden aan de dijk zetten. Ik denk dat het echt no
dig is dat is ook bij de budgetverdeling aan de
orde geweest van de kant van het college met
een beleid te komen en aan te geven waar de prio
riteiten liggen en waar het geld naartoe gaat. Er
zal een beleidsplan moeten komen. Hiermee wil ik
er niet voor pleiten opnieuw te gaan studeren en
niets te doen. Mijn bedoeling is dat er concreet
wordt aangekocht en dat men concreet naar split
sing gaat streven. Na twee jaar studeren moet de
spoedige aanpak waarop ook in de Van Dam-nota is
aangedrongen, zo snel mogelijk van de grond komen.
Zoals ik al zei, heb ik er echter bijzonder weinig
vertrouwen in. Ik hoop dat de motie en de amende
menten van de P.v.d.A. worden aangenomen en dat
er in de commissie eens over aantallen kan worden
gesproken. Er moeten concrete maatregelen worden
genomen en men moet ons niet iedere keer afschepen
met lijstjes van woningen waarmee men bezig is,
terwijl daarvan dan later om allerlei redenen weer
een aantal blijkt al te vallen. Er zal nu echt
eens iets "hard" moeten worden gemaakt. Men moet
met een onderbouwing komen en aangeven met welke
instrumenten men tot verwezenlijking wil komen.
Ik denk dat het nog steeds ontbreekt aan de wil
om het probleem echt te gaan aanpakken.
De VOORZITTER: Ik constateer dat van de kant
van de raad niemand meer in eerste termijn het
woord wenst te voeren. Mede naar aanleiding van
een opmerking van mevrouw Van Rooij kan ik mij
voorstellen dat men zich over de motie en de amen
dementen van de heer Crul nader wenst te beraden.
Het lijkt mij goed daartoe meteen de mogelijkheid
te openen en ik wil dus een schorsing inlassen,
opdat wij tot besluitvorming kunnen komen. Ik
schors de vergadering.
SCHORSING. Na langdurige schorsing voor