23 APRIL 1979 397 zoals ik ook via de krant geregeld kenbaar heb mogen maken, persoonlijk het tijdelijk laten be wonen van slooppanden een asociale of op zijn minst een minder sociale maatregel vind. Ik geloof niet dat je het probleem daarmee oplost. Ik kom tot een samenvatting van de standpun ten van het college. Met de overwegingen van de motie hebben wij geen moeite. Naar aanleiding van het in de motie opgenomen verzoek menen wij dat het noemen van een hard getal als actiepunt voor 1979 op basis van onvolkomen onderzoek een slag in de lucht zou zijn. Overigens zijn wij bereid in de commissie een duidelijke indicatie te geven van datgene waarmee wij bezig zijn. Amendement 1 levert geen problemen op. Amendement 2 ontmoet bezwaren in verband met de ongewenstheid van een "elitaire" vertegenwoordiging van alleen jongeren in de stuurgroep, alsmede omdat het ons niet goed lijkt "de" stuurgroep als toekomstig instrument op voor hand te sanctioneren. Tegen amendement 3 hebben wij het grote bezwaar dat het tegengaan van leeg stand, het zeer consequent uitvoeren van de pen sionverordening en het tijdelijk doen bewonen van slooppanden in te absolute zin als in aanmerking komende maatregelen worden gezien. De heer CRUL: Het is in ieder geval goed dat de dingen nu politiek worden vertaald. Dat is in onze ogen een winstpunt in vergelijking met wat er in wezen in de commissievergadering is gebeurd, aangezien daar meer in praktische zin werd gedis cussieerd dan vanavond. Natuurlijk worden onze voorstellen de heer Van Dun op zijn verjaardag van harte aangeboden. Misschien is het op die manier voor hem wat gemakkelijk die dag te onthouden! Het accent ligt wat de motie betreft uitdruk kelijk op de politieke uitspraak die hier aan de orde is. Dat het college moeite met de motie heeft, wordt ingegeven door de overweging dat deze te weinig wordt onderbouwd. Men dient echter te be denken dat is ook in de commissie aan de orde

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 397