m
398
23 APRIL 1979
geweest dat ook de uitspraken in het preadvies
gebaseerd zijn op de huidige onvolledige gegevens.
Anderzijds behoort, zowel vanuit het advies van
de stuurgroep als vanuit de andere gegevens die
in de commissie naar voren zijn gebracht, ook de
ze uitspraak tot de mogelijkheden. Daar gaat het
in wezen om. Als je de overwegingen van de motie
onderschrijft, kun je moeite hebben met de concre
te maatregelen die ons voor ogen staan en die wij
aan het college voorleggen, maar behoort het niet
tot de onmogelijkheden op het in de motie gedane
verzoek in te gaan. De heer Van Dun heeft niet ge
zegd dat de drie punten van dat verzoek onuitvoer
baar zijn,- hij heeft alleen gezegd dat volgens de
huidige inzichten in het college de concretisering
moeilijk is.
Als we een en ander in deze zin vertalen, be
tekent het in wezen dat een belangrijk deel van
de overwegingen en van hetgeen in de motie wordt
voorgesteld, kan worden onderschreven, zij het
misschien enigszins op termijn. Ik heb begrepen
dat het college voorstelt de aanzet tot de concre
tisering van onder meer het in het programakkoord
genoemde kwantitatieve uitvoeringsprogramma met
ingang van de volgende commissievergadering ter
hand te gaan nemen. Daarbij heeft men niet het oog
op uitvoering, maar op dat wordt in wezen ook
in de motie bedoeld het maken van een begin met
bestudering en realisering. In alle discussies die
tot nu toe zijn gevoerd, worden allerlei dingen
aan de orde gesteld en wordt veel toekomstvisie op
tafel gelegd, maar een "verharding" van het eigen
standpunt in de zin van een concrete vertaling
ontbreekt, terwijl het ons daar juist steeds om
gaat. Als het de bedoeling is nadir realisering te
streven, aan de hand van "harde" uitgangspunten
die via de commissie worden geconcretiseerd en
dan opnieuw in de raad komen, dan hebben we el-
kaars mijns inziens voor een belangrijk deel ge
vonden.
Naar aanleiding van amendement 2 heeft de