23 APRIL 1979 399 wethouder betoogd dat er in wezen vele pogingen zijn gedaan om de stuurgroep de meest wenselijke samenstelling te geven maar dat men daarin niet is geslaagd. Twee elementen zijn daarbij van be lang. In de eerste plaats is een uitdrukkelijke voorwaarde dat er een vertrouwensbasis komt en dat ten aanzien van degenen die geen vertrouwen in de stuurgroep hebben, initiatieven worden ge nomen om er een bijdrage toe te leveren dat die vertrouwensbasis wèl zodanig wordt vertaald, dat deelname mogelijk wordt. In de tweede plaats: te recht is van de kant van het college betoogd dat de stuurgroep zich niet alleen met jongerenhuis vesting bezighoudt, maar het gaat ons erom dat juist de belanghebbende jongeren niet of slechts zeer beperkt vertegenwoordigd zijn. Wij zien graag een uitbreiding van de vertegenwoordiging van jongeren. Als daartoe in verband met weige ringen geen mogelijkheden aanwezig zijn, sta je natuurlijk met de rug tegen de muur. Dat het college met amendement 3 de meeste moeite heeft, begrijp ik niet zo goed. Steeds is tot nu toe gezegd dat wat de stuurgroep betreft door allerlei oorzaken te weinig creatief is ge werkt. Ook aan het adres van het college is steeds vanuit de stuurgroep gezegd dat er te weinig aan dacht aan creativiteit is besteed, uiteraard in het kader van de mogelijkheden die zich in Breda voordoen, want als er geen leegstand is, kun je moeilijk maatregelen met betrekking tot leegstaan de panden nemen. Het gaat ons erom dat je niet bij voorbaat een aantal maatregelen en activitei ten terzijde moet leggen, voordat je daarvan de mogelijkheden hebt onderzocht. Je moet alle moge lijkheden die zich voordoen, gebruiken om aan de ze woningnood tegemoet te komen. In deze zin is de door ons voorgestelde toevoeging van een punt 7 bedoeld. De heer TEN WOLDEIk heb mij in hoge mate verbaasd over het zeer langdurige betoog van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 399