23 APRIL 1979 411 Breda, als voor de eerste woonbuurt van de Haagse Beemden als met het oog op de afspraken die wij met de woningbouwverenigingen en het gemeentelijk woningbedrijf hebben gemaakt inzake flatsplitsing. Als de heer Crul daaruit concludeert dat we elkaar hebben gevonden, durf ik bijna te concluderen dat de motie dan waarschijnlijk overbodig zal zijn. Ik heb een en ander zo opgevat, maar de heer Crul zal zich er nog wel nader over uitlaten. Dan kom ik toe aan het "supertrio", de amen dementen 1, 2 en 3. Over amendement 1 bestaat naar ik meen geen verschil van mening, tussen wie dan ook. Het college heeft met dit amendement geen moeite. Wij hebben voorts nota genomen van de twee correcties die in amendement 2 zijn aangebracht. De toevoeging "voor zover mogelijk" etaleert dui delijk de mogelijkheden en onmogelijkheden van de stuurgroep en het college: als zodanig heeft het college er geen moeite mee. Overigens moet ik er op wijzen dat is een opmerking van persoonlijke aard dat niet de indruk moet worden gewekt dat het steeds de stuurgroep is die voor een gebrek aan vertrouwensbasis zorgt. Ik geloof dat er een wisselwerking in het geding is, waarbij niet al leen de stuurgroep of het college maar ook de uit te nodigen groeperingen van vertrouwen moeten ge tuigen. De heer TEN WOLDE: Het blijft nog steeds zo dat amendement 2 alleen betrekking heeft op jonge- rengroeperingenterwijl u zojuist hebt gezegd dat de stuurgroep een veel bredere opzet zou moeten hebben. Wethouder VAN DUNIk heb begrepen en ik krijg van bevriende politieke zijde in de persoon van mevrouw Paulussen enige steun dat hiermee het volgende wordt bedoeld: in de stuurgroep zou den alle groeperingen vertegenwoordigd moeten zijn, terwijl terecht een lacune in een gedeelte van de vertegenwoordiging van jongeren wordt gesignaleerd. Ik heb niet begrepen dat het amendement tendeert

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 411