23 APRIL 197 9 419 gemaakt, houdt in dat de decentralisatie naar de randgemeenten niet mag worden vertraagd. Wij blij ven bevreesd voor vertraging op dat punt. Volgens een passage op blz. 7 van het voorstel worden er dit jaar in de randgemeenten 21 standplaatsen ge realiseerd. Van het college hebben wij enige maan den terug een overzicht gekregen waarin wordt op gesomd hoe de situatie bij de andere gemeenten is en hoe zij zich ontwikkelt. Vast staat dat decen tralisatie de oplossing zal moeten brengen voor de erbarmelijke situatie op het huidige regionale centrum Reden van de noodzaak van een tweede lokatie is niet meer de problematiek van het bestaande centrum. Oorspronkelijk is betoogd dat een tweede lokatie nodig zou zijn vanwege de urgente proble matiek bij het bestaande centrum. Dat is echter niet meer het geval, aangezien het inrichten van een tweede lokatie een aantal jaren zal duren. Wellicht zal de totstandkoming van andere lokaties in andere gemeenten veel sneller verlopen: daar is men zes a zeven jaar geleden al gestart. Het motief voor de tweede lokatie hangt naar wij hebben begrepen nu samen met de sociale inte gratie. Ik heb de indruk dat over de inhoud van het begrip "sociale integratie" verschillend wordt gedacht. De mensen van "Driekoningenoord" zijn voorstanders van een woonwagenkamp van 60 wagens. Dezelfde opvatting hebben zij ten aanzien van de tweede lokatie kenbaar gemaakt, terwijl zij wel licht op latere datum met een aantal van 30 wagens akkoord zijn gegaan. Een feit is dat in de nieuwe gemeenschappelijke regeling, die pas gedurende de afgelopen twee jaren is vastgesteld en waarmee al le betrokken gemeente akkoord zijn gegaan, sprake is van het verdwijnen van 120 woonwagens in de richting van de omliggende gemeenten. Ik doel dan op artikel 5 van de nieuwe regeling, waarin het spreidingsplan wordt opgesomd. Wij concluderen dat wij akkoord gaan met de tweede lokatie en met situering in de Haagse

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 419