422
23 APRIL 1979
punt 5 van het concept-besluit alleen onderschrij
ven wanneer de raad akkoord gaat met een motie
die wij willen indienen. In die motie komt tot
uiting dat de raad de bevoegdheid zou moeten hou
den om zich uit te spreken binnen korte tijd,
maar in ieder geval vóór 1 september 1979 over:
a. het juridisch instrumentarium;
b. de situering van het noodcentrum;
c. de te volgen procedure.
Wij achten het niet aanvaardbaar dat die be
voegdheid aan de raad wordt ontnomen. Ter toelich
ting merk ik het volgende op.
Ad a. Informatie heeft ons geleerd dat het
college zich wellicht in zijn interpretatie van
artikel 17 van de Wet op de ruimtelijke ordening
en van artikel 10 van de Woonwagenwet vergist. Wij
zouden graag zien dat het college nog eens zou
bestuderen of de in het voorstel bedoelde toepas
sing van voornoemde artikelen inderdaad mogelijk
is. Vooralsnog plaatsen wij daar vraagtekens bij.
Op blz. 14 van het voorstel staat: "De aanleg van
een tijdelijk(e) centrum (centra) is alleen moge
lijk op locaties, welke niet worden ingericht tot
een definitief centrum." Dat dit het geval is,
hebben wij in de wet niet kunnen vinden. Op grond
van onze informatie hebben wij daarentegen de in
druk dat juist het tegenovergestelde het geval is.
Het ministerie van C.R.M. zou de voorkeur geven
aan inrichting van een noodcentrum op de plaats
waar te zijner tijd ook het definitieve kleinere
centrum tot stand zal komen, een standpunt dat
lijnrecht tegenover de aangehaalde passage van het
voorstel staat. Als het college van zijn in
onze ogen onjuiste opvatting uitgaat, zal het
noodcentrum ofwel bij het huidige kamp komen te
liggen een situering die bij C.R.M. bezwaren
zal ontmoeten ofwel in de stad bij de bestaan
de wijken terecht komen. In verband met de bezwa
ren van C.R.M. zal dan alleen de laatste mogelijk
heid overblijven. Wij hebben zelfs het gevoel dat
het college daar bewust een beetje op aanstuurt.