23 APRIL 1979
427
zou ik die best vanavond willen aanreiken, maar
noodgedwongen moet ik volstaan met er begrip voor
te vragen dat zo snel mogelijk bekend moet worden
waar we een noodlokatie gaan kiezen. Vervolgens
zal met de betrokken burgers van beide groeperin
gen moeten worden gesproken. Daarmee komen we dan
in een cirkel terecht, want men kan de gehele be
volking van Breda enquêteren met de vraag of men
bereid is een eventuele noodlokatie te accepteren,
maar op die manier wordt de problematiek van
"Driekoningenoord" niet opgelost. Wij zullen de
durf moeten hebben om uiteindelijk een knoop door
te hakken. Daar zijn we per slot van rekening voor
benoemd en ik vind dat we er ook nog goed voor
worden betaald
Het is van belang dat we in het kader van de
procedure en de toe te passen artikelen snel wor
den geïnformeerd, zowel in de commissie als in de
raad, ook ten aanzien van op het eerste gezicht
wellicht kleine ontwikkelingen. Ik kan mij voor
stellen dat iets tegen de achtergrond van de tota
le problematiek als een klein stapje of een onbe
langrijke gebeurtenis wordt gezien, maar dat het
toch juist om een zeer gevoelig punt blijkt te
gaan.
De C.D.A.-fractie is bevreesd dat plotseling
toch nog een noodlokatie in Tuinzigt zal worden
aangewezen, gezien de competitie waarin deze wijk
meespeelt. Wij denken echter dat dat niet meer
kan. Ik bedoel dit niet in verwijtende zin, maar
ik moet constateren dat er te dien aanzien iets is
gebeurd dat men met allerlei heel mooie politieke
kreten en slogans over bijvoorbeeld integratie
niet meer weg kan redeneren. Ik ben van mening dat
we in Tuinzigt de nodige rust moeten laten bestaan.
Vervolgens: ik hoop dat de activiteiten van
Breda ten behoeve van de mensen van "Driekoningen
oord" -- 0,4% van het grote vraagstuk waar we voor
staan een aansporing mogen vormen voor de ande
re gemeenten. Ik praat niet te gauw over het pro
gramakkoord, want we zijn tegenwoordig al gewend