430 23 APRIL 1979 overleg-problematiek door colleges en gemeentera den gewoon wordt overgeslagen, vanuit de weten schap dat de betrokken minderheidsgroep anders he lemaal niet aan lokaties te helpen zou zijn. Ook deze kanttekening willen wij in ieder geval bij de inspraak maken. De P.v.d.A.-fractie heeft uiteindelijk voor de Haagse Beemden gekozen en zal het ter tafel liggende voorstel dan ook steunen. Onze keuze voor de Haagse Beemden hangt samen met het feit dat wij hier een mogelijkheid zien om snel te werk te gaan Wij weten dat de noodsituatie in het bestaande kamp erg groot is en dat er heel snel oplossingen moeten komen; de landelijke en de provinciale overheid dringen daar ook op allerlei manieren op aan. Als gevolg van de argumentatie van de kant van het college en de ambtenaren zijn we ervan overtuigd geraakt dat als er èrgens snelheid moge lijk moet worden geacht, dit wel in de Haagse Beem den is. Om die reden gaat mijn fractie ermee ak koord dat wordt onderzocht of in de Haagse Beemden een lokatie voor 30 woonwagens of zo mogelijk méér dan één lokatie kan worden aangewezen. Het college heeft in het voorstel enkele voorwaarden verwerkt, onder andere inhoudende dat een en ander vóór eind 1981 gerealiseerd zal moe ten zijn. De voorwaarden die in de voorgestelde besluitvorming zijn opgenomen, vinden wij erg duidelijk en erg concreet. Naar de mening van onze fractie kan de gemeente met die voorwaarden goed uit de voeten. Ook over de motie moet ik iets zeggen, al was het maar om wellicht op die manier nog enigszins op de tijd in te lopen. De essentie van de overwe gingen die in de motie naar voren worden gebracht, is dat het programakkoord zo spoedig mogelijk zou moeten worden uitgevoerd en dat zo spoedig moge lijk verbeteringen op het kamp zouden dienen te worden aangebracht. Met die spoed kan de P.v.d.A.- fractie het eens zijn; het probleem is echter dat we, gezien de verdere inhoud van de motie wel eens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 430