23 APRIL 1979 439 Hoe is het in dit opzicht gesteld met de inspraak van wijkbewoners, die er volstrekt recht op heb ben te worden geïnformeerd? Wethouder PAULUSSENWe spreken vanavond op een vrij laat uur, maar dit mag ons niet verhinde ren zoals ook verscheidene raadsleden hebben gezegd toch bij het onderwerp te blijven stil staan. Aan de orde is een heel moeilijk en heel belangrijk onderwerp, dat in de voorbereiding nog al wat tijd en energie van veel mensen heeft ge vraagd: collegeleden, ambtenaren, commissieleden en fracties waren erbij betrokken, evenals trou wens groepen burgers. We praten over de huisves tingssituatie van een groep Bredase burgers de heer Van Dongen heeft heel sprekende percentages genoemd die op het ogenblik in bijzonder slech te woon- en leefomstandigheden verkeren op het woonwagencentrum "Driekoningenoord". Het verheugt het college dat alle sprekers zich blijken te wil len inzetten om het onderwerp vanuit die optiek te behandelen. Natuurlijk worden er verschillende ac centen gelegd, waarbij opmerkingen zijn gemaakt die ik zo goed mogelijk zal trachten te beantwoor den. Vanaf september 1978, toen dit nieuwe college aantrad, hebben wij hard gewerkt, onder zeer grote druk van vele groepen en individuele burgers met tegengestelde opvattingen. Deze tegengestelde op vattingen komen ook vanavond in de raad naar voren. In de commissie sociale zaken hebben we uit voerig bij het preadvies stilgestaan, terwijl we ook op eerdere ogenblikken in de commissie, in be slotenheid en later in openbaarheid, uitvoerig met elkaar hebben kunnen spreken over de vraag "waar zijn we mee bezig en hoe zijn we ermee bezig?" Op de kritiek die de heer Koertshuis heeft geuit, wil ik straks nog uitvoerig ingaan. Op dit ogenblik sluit ik aan bij een opmerking van de heer Van Dongen: in de laatstgehouden commissievergadering is uitdrukkelijk de vraag gesteld, hoe we met het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 439