23 APRIL 1979 cog op de toekomst de problematiek moeten gaan oplossen. De heer Van Dongen heeft er terecht op gewezen dat hier de huisvestingssituatie van een groep Bredase burgers in het geding is. In een half jaar tijd hebben we gewerkt aan de realisering van de tweede lokatie, althans van dertig standplaatsen in Breda. De heer Koertshuis heeft namens de V.V.D.-fractie gezegd dat we daar al veel eerder mee hadden moeten beginnen en dat er ook tussen april 1978 en september 1978 activi teiten hadden moeten worden ontplooid. Ik ben het gedeeltelijk wel met hem eens, maar ik wijs erop dat na hetgeen in die periode was gedaan, de zaak in september door het nieuwe college is opgepakt en dat er nu een raadsvoorstel ligt. Ik neem aan dat de kritiek die de heer Koertshuis heeft geuit, ten dele, zeker voor de helft van de tijd, in aanzienlijke mate teruggaat op het vorige college, waarvan ik het beleid op dit ogenblik niet kan verdedigen. Ik kan hier slechts iets zeggen over het beleid van het laatste half jaar waarmee ik mij vanuit dit college heb beziggehouden. Het is niet zo dat de raad buiten spel is ge zet: de raad is uitvoerig bij de gang van zaken betrokken. Als de heer Koertshuis zegt liever een splitsing te hebben gezien, is dat zijn opvatting. Wij hebben juist duidelijk voor het achterwege la ten van een splitsing gekozen. Naar onze mening moest op het ogenblik dat de tweede lokatie aan de orde zou komen, tegelijkertijd worden gesproken over een principebesluit en over de richting waar in de tweede lokatie zich zou moeten voltrekken. De heer Koertshuis heeft gezegd dat wij in de ge sprekken met het Woonwagenschap, met C.R.M. en met de woonwagenbewoners al bepaalde ontwikkelingen op gang hebben gebracht. Inderdaad heeft het college van burgemeester en wethouders gecorrespondeerd en overleg gepleegd met het Woonwagenschap, terwijl ook in ambtelijk vooroverleg met C.R.M.de P.P.D. en het provinciaal bestuur allerlei dingen zijn bekeken teneinde tot een zo goed mogelijk afgewogen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 440