442 23 APRIL 1979 van de betrokken groepen te voorkomen, hebben wij, aangezien het woonwagenbewonerscomité zich ten be hoeve van het uitoefenen van politieke druk ook rechtstreeks tot het college had gewend, na tele fonisch overleg met het dagelijks bestuur van het Woonwagenschap op 9 maart j.l. het bewonerscomité en de groepen uit Tuinzigt rechtstreeks geïnfor meerd. Wij achtten het ongewenst dat de betrokken groepen alleen via de krant zouden vernemen welk besluit het college had genomen. In het dagelijks bestuur van het Woonwagen schap is uitdrukkelijk diverse keren gezegd, dat het Woonwagenschap de verantwoordelijkheid wil ne men voor het plegen van overleg met de woonwagen bewoners over de tweede lokatie, niet alleen in Breda maar ook in de andere gemeenten. Afgesproken is dat op 27 april a.s. deze week dus met het bewonerscomité zal worden gesproken over de consequenties van de besluiten die de gemeente Breda in deze raadsvergadering zal nemen. De heer Koertshuis heeft gezegd geen bezwaar tegen punt 1 van het concept-besluit te hebben; ik heb overigens niemand bezwaar tegen dat punt horen maken. Naar aanleiding van punt 2 van het concept besluit heeft de heer Koertshuis gevraagd welke harde garanties het college kan geven dat er in 1981 30 standplaatsen in de Haagse Beemden kunnen worden ingericht. Welnu, de harde garantie is dat het college van burgemeester en wethouders volgens het concept-besluit op zich neemt vóór eind 1981 30 standplaatsen in de Haagse Beemden te realise ren. Als de raad vanavond het voorgestelde besluit neemt, zal het college dit moeten uitvoeren. In een perscommuniqué hebben we kenbaar gemaakt dat we vanaf 8 maart tot op dit ogenblik het volgende zouden doen: - óf we zouden ervoor zorgen dat in de raads vergadering de lokatie(s) duidelijk op ta fel zou(den) liggen; - óf we zouden in ons voorstel aan de raad een datum noemen waarop we ons zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 442