446 23 APRIL 1979 zal ook in de realisering een stuk integratie en gezamenlijke aanpak tot uiting kunnen komen. De heer Van Dongen op zijn opmerkingen over de noodlokaties kom ik nog terug hoopt dat de activiteiten van Breda de andere gemeenten zul len stimuleren. Ik hoop dit mèt hem en ik kan zeg gen dat we hier vanuit het Schap hard aan zullen werken. Door de heer Van Dongen is de vraag gesteld wat het Woonwagenschap en de gemeente Breda zullen gaan doen wanneer na verhuizing van een aantal mensen van het bestaande centrum naar een nieuw centrum of nieuwe centra weer nieuwe bewoners op het bestaande centrum een standplaats zullen wil len kiezen. Ik heb de indruk dat het Woonwagen schap in overleg met het bewonerscomité in dat ge val alle juridische middelen zal aangrijpen en ook de gemeente zal vragen dergelijke middelen aan te grijpen om inderdaad ongewenste ontwikkelingen te gen te gaan. Als je er snel bij bent, kun je, denk ik, bepaalde dingen voorkomen. Naar mijn mening zul je het juridisch instrumentarium van de Woon- wagenwet snel moeten toepassen teneinde het cen trum/de centra leefbaar en bewoonbaar te houden. De snelheid die volgens de heer Hendriksen is betracht, wordt zoals hij weet door anderen an ders ingeschat. Zojuist heb ik al gezegd dat wij hebben geprobeerd met die snelheid te doen wat wij konden doen. De procedure is moeilijk geweest en heeft zich gedeeltelijk in beslotenheid, gedeelte lijk in het openbaar afgespeeld. In ieder geval had ook het collega tijd nodig om in gezamenlijk overleg deze politieke "klus" te klaren. Op een gegeven ogenblik zijn we tot de conclusie gekomen dat het, omdat de fracties aan een oordeelsvorming moesten kunnen beginnen, wenselijk was de ambte lijke rapportage vertrouwelijk toe te zenden. Be gin maart waren wij van mening dat het niet langer zo kon en dat wij de stand van zaken in de open baarheid moesten brengen. Dat wij via het Schap druk op de provincie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 446